De wens om in scenariodenken samen op te trekken met gemeenten, ontstond bij een cursus van het PBL. “Wij zagen de voordelen op meerdere bestuurlijke lagen, en hebben deze wens vervolgens ook geuit richting gemeenten. Op dit moment is het nog afwachten of er voldoende draagvlak is. We staan nog aan het begin.”
Scenariodenken bij een plan-mer
“Als eerste toepassing willen we scenario-denken meenemen in de plan-milieueffectrapportage. Die plan-mer moet toch uitgevoerd worden, dus dan maak je het meteen concreet. We denken de scenario’s te gebruiken in de bredere context dan alleen milieu, waarbij we ook andere aspecten zoals bijvoorbeeld woningbouw meenemen. Daarnaast zou het mooi zijn als de PBL-scenario’s ook voor de vernieuwing van de omgevingsvisie worden gebruikt, op provinciaal en op gemeentelijk niveau."
Gezamenlijke waarden
“Met de hulp van scenario’s kun je vanuit de provincie met gemeenten, maar ook met andere maatschappelijke partners, een discussie voeren op een dieper niveau: wat voor provincie wil je zijn, welke richting wil je inslaan? Van daaruit kom je dan wellicht tot andere strategische keuzes. Wetenschappelijke onderbouwing is belangrijk, maar het bestrijkt niet het hele veld. Juist in het denken vanuit waarden zie ik grote voordelen.”
Synergie
“Mocht het scenariodenken door provincie en gemeenten samen worden ingezet, dan helpt het ons als provincie om wensen en behoeften van gemeenten mee te nemen waar mogelijk. Het is waardevol om samen de koers te bepalen. In scenario’s denk je verder vooruit en dat kan gemeenten weer helpen om hun omgevingsvisie aan te scherpen of bij te stellen. Ze zouden daarmee kunnen aansluiten bij de provinciale scenario’s, wat synergie oplevert. Een groot voordeel”, vindt Hoks.
“Scenario’s moeten niet te extreem zijn, maar voorstelbaar en realistisch. Gemeenten kunnen ons helpen om de effectiviteit te toetsen. Zijn scenario’s voldoende consistent en haalbaar, vergeten we wellicht mogelijkheden of zijn er alternatieve toekomstbeelden? Die discussie zouden we mooi met provincie en gemeenten gezamenlijk kunnen voeren.”
Essentiële investering
“Als we denken in scenario’s willen invoeren op alle bestuurlijke lagen, moet daar wel in geïnvesteerd worden”, waarschuwt Hoks. “Ten eerste is opbouw van kennis en kunde bij gemeenten en provincies vereist. Vervolgens moeten mensen zich op dit gebied blijven ontwikkelen. Daarvoor is voldoende menskracht nodig, ook om te zorgen dat die kennis en kunde behouden blijft. We moeten immers voorkomen dat we steeds het wiel opnieuw gaan uitvinden. Op dit moment zijn er een paar trekkers binnen de provincie, waaronder ikzelf, maar de vraag is nu nog of het toekomstbestendig is. Daarvoor is draagvlak nodig, ook op politiek en bestuurlijk niveau. Verder helpt het als er vanuit het PBL en de VNG continu aandacht wordt gegeven aan scenariodenken in de vorm van voorlichting en cursussen. Het zou gemeengoed moeten worden om te werken met scenario's, en dat kost in de praktijk tijd.”
Gewoon beginnen
“Tegen provincies die samen met gemeenten hierin willen optrekken, zou ik zeggen: begin er gewoon mee. Maak het concreet door scenariodenken te gebruiken bij beleidsplannen waar je toch al mee bezig bent, zoals een omgevingsvisie of een plan-mer. Het kan overigens ook sectoraal op programmaniveau worden gebruikt.”
“Wees erop voorbereid dat je ook kritische geluiden zult horen. Negeer deze niet, maar gebruik die kritiek om de werkwijze waar nodig aan te passen. Wees flexibel en ga het gesprek aan met andere partijen en de politiek.”
Realistisch
“Het is zaak om het niet te complex te maken, en de scenario’s niet te extreem te formuleren. Er mag zeker buiten de kaders worden gedacht en gezonde ambitie worden neergezet, maar het is niet handig om te werken met scenario’s die onrealistisch zijn. Daar creëer je geen draagvlak mee. Wees je er ook van bewust dat het niet gaat om een strikte keuze tussen verschillende scenario’s. De werkelijkheid is wat minder afgebakend dan het lijkt.”
Samenhang
“We zijn nog in het beginstadium maar ik hoop dat het scenariodenken een breed draagvlak gaat krijgen”, zegt Hoks. “Het zal ons betere samenhang brengen, meer synergie en helpt ook om meer ‘koppelkansen’ te benutten met andere beleidsgebieden.”
Arjan Hoks